15 juli 2025
Eerder onderzoek uitgelicht: Woningbouw en ruimtelijke ontwikkeling
In 2023 en 2024 deed het projectteam van de Lelylijn uitgebreid onderzoek. Dit resulteerde in de eindrapportage ‘Zicht op de Lelylijn’. In deze rubriek lichten we steeds één of meerdere onderwerpen uit dat rapport toe, aan de hand van veelgestelde vragen. Deze keer: de Lelylijn in relatie tot woningbouw en ruimtelijke ontwikkeling.
Meer woningen
Uit het MIRT-onderzoek blijkt dat de Lelylijn kan bijdragen aan de woningbouwopgave en de ruimtelijke ontwikkeling van Noordelijk Nederland. De komst van de Lelylijn kan leiden tot een extra groei van 55.000 tot 115.000 woningen in de regio, bovenop de autonome groei van 66.000 woningen.
De spoorlijn biedt kansen om woningen te bouwen op plekken waar vraag en ruimte samenkomen, zoals in Groningen, Heerenveen en Emmeloord, maar ook in middelgrote en kleinere kernen. Daarmee ontstaat meer keuzevrijheid bij het zoeken naar een woning.
Wonen, mobiliteit en leefbaarheid
De Lelylijn maakt het mogelijk om nieuwe woningen te bouwen in de buurt van stations. Dat zorgt voor een betere verbinding tussen wonen, werken en reizen.
Als er compacter wordt gebouwd, kunnen verouderde wijken worden vernieuwd en blijft de groei binnen bestaande steden en dorpen. Zo blijven natuur en landbouwgrond zoveel mogelijk behouden. Ook zijn er voordelen voor omliggende dorpen en het platteland. Door de groei van steden blijven voorzieningen, zoals winkels en scholen, ook daar beter bereikbaar en in stand.
Kansen en aandachtspunten
De komst van de Lelylijn kan een positief effect hebben op de waarde van woningen. Lokale bewoners profiteren van prijsstijgingen, al kan dit voor mensen zonder eigen woning of met een lager inkomen ook nadelig uitpakken. Meer woningen maken het aantrekkelijker voor jongeren om in de regio te blijven wonen, wat bijdraagt aan het tegengaan van vergrijzing.
Aansluiting bij landelijke doelen
De resultaten sluiten aan bij het landelijke streven naar compacte, goed bereikbare stedelijke gebieden. Door woningbouw te concentreren rond stationslocaties van de Lelylijn, ontstaat er een duurzaam alternatief voor verspreide bebouwing en autoverkeer.
Om deze kansen te benutten is het belangrijk dat er goede afspraken worden gemaakt over de samenhang tussen spoor, woningbouw en infrastructuur. Regionale samenwerking en tijdige besluitvorming zijn daarbij belangrijk.
